De molen van Damme kun je niet missen. Hij staat hoog boven zijn directe omgeving naast de Damse Vaart. Op deze plaats stond sinds het ontstaan van het stadje al een getijmolen en na 1479 een houten standaardmolen, de Scellemeulen genaamd. Deze molen was eigendom van de graven van Vlaanderen; in 1267 werden die rechten door gravin Margareta van Constantinopel verkocht aan de stad. De helft van de opbrengst moest echter nog steeds aan de graven gegeven worden. De huidige molen werd in 1867 gebouwd op de plaats waar de houten molen eeuwenlang stond. Bij de bouw werden onderdelen van de vorige molen gerecupereerd, zoals blijkt uit het jaartal 1768 op het onderijzer. De molen werd uitgerust met twee steenkoppels en een olieslagerij in de kelder. Wellicht tijdens de vroege 20ste eeuw werd een armgasmotor geplaatst, om ook op windstille dagen te kunnen malen. De Schellemolen werd in 1963 stilgelegd en raakte in verval. De provincie West-Vlaanderen kocht de molen aan in 1971 en liet in 1975-1977 een maalvaardige restauratie uitvoeren door de molenbouwers Peel uit Gistel. Sindsdien is de molen tijdens de weekends in de zomer weer in werking gebracht. In 1992 werd de waardevolle armgasmotor gerestaureerd. De molen werd beschermd als monument op 20 juli 1946 en samen met de gehele stadskern van Damme als stadsgezicht in 1986 en 1987. De molen is voorzien van een zetelkap. Het sleepwerk uit 1954 werd echter tijdens de restauratie van 1976 vervangen door kruirollen, waardoor de kap soepeler kruit (naar de wind wordt gezet). Doorheen de molenwal is een overwelfde inrit. Op het gelijkvloers is nog een kollergang (diameter 162 cm) aanwezig van de vroegere oliemolen. Ook op het gelijkvloers bevindt zich een benzinemotor voor de aandrijving van de vroegere mechanische maalderij.
Canon EOS 20D, f/7.1 @ 18 mm, 1/125, ISO 100, No Flash